Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Het Pandhuis te Utrecht,
 nu Zwaansteeg 11, voordien Oudegracht 229

Het Archeologisch en Bouwhistorisch Centrum van de gemeente Utrecht was van 1990 tot 2015 gevestigd in het Pandhuis, waarmee dit interessante gebouw, na een grondige restauratie, een waardige functie kreeg. Het Pandhuis, oftewel bank van lening of lommerd, leverde vroeger geld op voor het naastgelegen weeshuis, Oudegracht 245. Vanaf de bouw in de 14e eeuw was het pand, tot in de 17e eeuw, het graanpakhuis van het huis Raaphorst, Oudegracht 227. Het oude adres van het Pandhuis, Oudegracht 229, verwijst naar die relatie. Bij dat huisnummer hoort de linker deur van het grachtenpand, vandaar voert een gang naar het pakhuis.
Oorspronkelijk had dat laatste alleen een begane grond van 4 m hoog en een kap van 6 m, waarin een vliering. De lengte was toen maar 15 m. Dat werd anderhalve meter meer rond 1600, maar de echte vergroting in de richting van de Springweg dateert uit de 17e eeuw; het werd 29 m lang. Toen werd het gebouw ook nog eens verhoogd met twee verdiepingen onder een zadeldak. In 1913 werd hiervan alles boven de vloer van de vliering gesloopt, het dak werd een kap met plat. Bij de restauratie van 1989 werd de oude vorm weer hersteld.
In de ruimte tussen het pakhuis en het grachtenpand ligt een vierkant gebouw uit de 16e eeuw, maar in 1764 vernieuwd en voorzien van de fraaie schouw.
Om onopvallend naar het pandhuis te sluipen gebruikten de Utrechtenaren in geldnood de Lombardpoort, een slop dat die toegang gaf vanaf de Springweg, langs zes kameren.
Achter de oude tralies voor de pandhuisvensters kon in alle veiligheid de Utrechtse geschiedenis bestudeerd worden, totdat al deze Utrecht-kenners in 2015 naar het minstens zo interessante Stadhuis verhuisden.

Tekst: Jean Penders (11-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders